reisebüro

Ervaring op een reisbureau

In een grijs verleden heb ik ook nog een paar keer op een reisbureau gewerkt. Op één daarvan was het echt een rommeltje.

Jawel, een reisbureau en niet zomaar één, maar een Grieks reisbureau in Thessaloniki. Dat is éven iets anders dan een Hollands reisbureau, waar alles rustig verloopt, de consulenten ruimte hebben om aan een goed georganiseerd bureau te zitten en meer van dat soort dingen. Ik had op het reisbureau in kwestie wel een eigen kantoortje met een heuse telex erin, want zolang is het alweer geleden, maar voor de rest was het één enorme chaos daar. Ik vind het nog knap van mezelf dat ik het daar ruim een maand heb volgehouden in mijn zomervakantie. 1989 denk ik dat het was. Niet alle reisbureaus in Griekenland zijn zo’n puinzooi hoor! Het was echt een gevalletje, dit.

In hun personeelsadvertentie in de krant vroegen ze iemand die Frans en Engels sprak om reserveringen te boeken voor rondreizen door Europa. Dat was iets wat toen hevig in de mode was in Griekenland: met een groep toeristen in een bus en dan op z’n Japans in twee weken tijd even door half Europa scheuren. En dan moest ik dus zien dat die mensen een bus hadden, een kamer en wel de juiste ook nog met of zonder badkamer, op het noorden of juist het zuiden, met of zonder uitzicht, een- of tweepersoons of met een extra kinderbedje erbij, een gids en een reisleider. En dat allemaal met mijn geheugen, dat toen al behoorlijk veel overeenkomsten vertoonde met een vergiet.

Mijn voorgangster was Française, maar ik sprak daarnaast ook Engels, Duits en Nederlands (en Grieks uiteraard) en had aardigheid in die telex. Op de secretaresseschool had ik geleerd dat je met zo’n ding standaardbrieven kon maken; bouwstenen noemden ze dat en ik weet echt niet meer hoe dat werkte, maar wel dat je daarvoor naar de OTE moest, de Griekse Telecom. Die zat een paar straten verderop en daar vonden ze mijn vraag een topavontuur. Een uur later zat er dus een monteur te pielen met de telex om mij uit te leggen hoe ik die standaardbriefjes kon maken. Nou, dat werd me niet in dank afgenomen door de jaloerse en zeer boosaardige vrouw van de eigenaar van het bureau, mevrouw Roula. “Allemaal tijdsverspilling”, gromde ze verbolgen. Ze zette me straal voor gek waar de klanten bij stonden en vond het niet eens geweldig, toen ik klaar was en voortaan bliksemsnel klaar was met de berichten die ik moest telexen. Ik hoefde ze maar op te roepen en een paar woorden in te vullen, die iedere keer anders waren en klaar was ik. Tijdsbespáring was het en ik was apetrots op mezelf.

De baas zelf vond het wél mooi, maar durfde het niet te zeggen; bang dat zijn ziekelijk jaloerse vrouw hem de ogen nog zou uitkrabben. Ik had dat allemaal niet door op die leeftijd. Was 23 jaar en met heel andere dingen bezig: mijn studie Franse letteren en hoe ik dat werk zo snel mogelijk onder de knie moest krijgen, zodat dat mens me hopelijk met rust zou laten en niet de hele dag Lilian zou roepen: de naam van het vorige meisje dat mijn werk gedaan had en volgens haar zóveel beter was. Ja, wellicht was ze dat, maar ze was toch maar mooi weggegaan om iets interessanters te gaan doen dan haar dagen in dat schreeuwerige reisbureau door te brengen.

Er was nóg iets wat men op dat bureau echt heel raar aan mij vond: zoals ik al zei, had ik toen al een slecht geheugen en daar had ik een prachtige strategie voor. Ik schreef alles wat ik deed, op! Ze hadden daar een stuk of 15 verschillende rondreizen door Europa, waarvan ze verwachtten dat ik ze uit mijn blote bol kende. Niet dus hè? Ik kocht een puik kasboek, tekende er schema’s in hoe de rondreizen in elkaar staken en wat ik moest doen om ze georganiseerd te krijgen en dat was mijn externe geheugen. Een paar maal daags riep meneer Makis, de directeur, me bij zich om me te vragen hoever ik gekomen was met het reserveren en organiseren van allerlei zaken. Dan moest ik eerst even terug naar mijn eigen kantoor om mijn geheugen op te halen en het duurde wel een paar weken totdat hij daaraan gewend was. De meeste Grieken hebben een olifantengeheugen, dat wil je niet weten. Hij durfde er daarom eerst niet op te vertrouwen dat ik wel echt alles opschreef dan. Ja hoor, ik had immers een secretaressediploma en had goed geleerd om uiterst punctueel te arbeiden. De meeste Grieken doen alles uit hun hoofd en vergeten dan de helft of werken chaotisch zo zonder aantekeningen, maar ik deed het op mijn manier.

Nu had ik dus een eigen kantoortje en dat was verrekte chic uiteraard. Alleen … er was nog geen pen te bekennen in mijn bureaula, papier was er ook niet en nog veel erger: er stond geen telefoon. Ik moest zeker zeven telefoontjes per dag plegen naar het buitenland om al die reserveringen voor elkaar te boksen en dat moest ik doen in de algemene ruimte, waar mijn collegae zaten. Dat waren twee dames en die mevrouw Roula dus, die constant de hele tent bij elkaar schreeuwde. Ook waren er ladingen ontevreden klanten, die door elkaar heen gilden en ruzie met het personeel stonden te maken. En in die herrie moest ik naar Frankrijk, Duitsland, Tsjechië en nog veel meer landen bellen in allerlei talen om die mensen in een hotel te douwen.

Als ik er nú aan terugdenk, zie ik wel dat mevrouw Roula bang was dat ik er met d’r man vandoor zou gaan. Ik was de helft van haar leeftijd en kon het goed met hem vinden – professioneel dan wel. Dat het mijn stijl niet is om met andermans man te gaan, dat hij me totaal niet aantrok en dat ik wel iets anders aan mijn hoofd had dan romances, begreep ze niet. Het was een opvliegend mannetje met een enórme buik, die vooral veel weg had van een kikker; niet echt het droomtype van een jonge studente, zal ik maar zeggen. Wellicht had ze langere tijd nodig gehad om dit te verwerken, maar die kreeg ze nu niet, omdat ik het maar kort volhield in die hel. Ik moest mijn eigen pennen, potloden, een kasboek dus, nietjestang en alles zelf kopen bovendien, want ze hadden echt niets voor me over om mijn werk te kunnen doen. Voor ieder telefoontje en telexberichtje moest ik eerst met de baas overleggen en vervolgens krijste zijn vrouw dat ik niet eens zelfstandig kon werken. Nee, dat lieten ze niet toe. De puinhoop!

Als ik iets niet ben, dan is het wel een wraakzuchtig type. Maar mij kwam op een dag ter ore dat die ‘Lilian’, die zogenaamd zo goed was in haar werk, meer dan twee keer zoveel betaald kreeg als ik en gewoon een telefoon in haar kantoor had staan. Zij kon alleen de reserveringen in Frankrijk doen, terwijl ik ze in heel Europa deed en alles gedaan kreeg bij de hotels op mijn beleefde manier. Toen ik ermee kapte, moest ik echt helemaal de stress mijn lijf uitjagen en een halfjaar later ongeveer liep ik nog eens langs het bureau. Het was verdwenen, ik zweer het je! Nog wat later kwam ik een oud-collega tegen, die als reisleider bij hen had gewerkt en weet je wat die me vertelde? Dat ze failliet waren gegaan, omdat letterlijk álle klanten ontevreden waren, omdat ze niemand meer konden vinden om hotels, gidsen en bussen te reserveren en … omdat ze ook nog eens hasj smokkelden in die bussen van ze. Ze zullen wel betrapt geweest zijn. Ja, dat was toch wel héél eventjes kicken en uiteindelijk een overwinning voor mij, die ik me graag heel af en toe nog even herinner. Hiermee! Fijne avond nog.

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Natassa Vassiliou, MA

Anastasía (Natassa) Vassiliou is the inventor of how to heal all diseases. To thank her, the Dutch government destroyed her life, her three businesses and stole her two beloved sons away. This after kidnapping her as a child from her family in Greece. Education: Greek & French Literature. Career: 4 years music, 25 years education, 13 years traditional medicine, 3 years journalism. Loves: kids, μπουγάτσα, coffee, boeren & experts. No to: Jeugdzorg, egoists, bonkers, dipshits & digital ID's. Orthodox Christian.

Feel free to give a nice reaction:

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.